MAGAZINES

 ‘Hard werken! 
En volhouden!’ 

Geen weekblad in de Benelux transformeert zo gezwind in een digitaal mediamerk als Humo. Hoofdredacteur Bart Vanegeren zocht Guy Mortier op, Humo-opperhoofd voor het leven, om hem te feliciteren met zijn 80ste verjaardag en gouden raad te verzamelen voor een glorierijke Humo-toekomst.

BART VANEGEREN / FOTO'S JOHAN JACOBS

Vingerknippend en iets van de jonge Elvis neuriënd dribbelt Guy Mortier zijn stamcafé binnen, op loopafstand van zijn huis aan de Cogels-Osylei in Antwerpen. Eind maart wordt hij 80, maar dat is de stamvader van Humo helemaal niet aan te zien. Op zijn achttiende publiceerde hij zijn eerste stukken in Humo, in 1969 werd hij, amper 25, hoofdredacteur. Hij zou het blad ruim dertig jaar leiden en bleef nadien creatief directeur en tot vandaag adviseur. Zo heeft hij Humo decennialang gekneed naar zijn gelijkenis, messcherp en geestig. Die gouden combinatie etaleert hij nog altijd ten overvloede in woord en daad, zodat de conclusie zich opdringt dat hard werken wel gezond moet zijn.

GUY MORTIER «Ik voel een bruggetje van jewelste komen. Jij gaat me vragen wat het geheim achter het succes van Humo is, alsof je dat zelf niet heel goed weet. Welnu, het antwoord is: hard werken (glimlacht).

»Toen ik hoofdredacteur werd, had ik het geluk dat er al een goede basis was. Humo was jarenlang het enige televisieprogrammablad in Vlaanderen geweest, en ook toen dat veranderde, namelijk al in het jaar dat ik aantrad, bleef Humo the real thing en ons tv-katern veruit het beste van allemaal. Dat was een geweldige troef, en het is ook altijd de ruggengraat van het blad gebleven. De popverslaggeving was er ook al toen ik begon; eigenlijk was het vooral zaak alles een extra kwaliteitsinjectie te geven, en dat lukte, mede dankzij een lading uitstekende nieuwe, jonge journalisten. Op dat fundament hebben we Humo verder uitgebouwd. De enige regel was dat wat we brachten, altijd heel goed en meeslepend geschreven moest zijn, vanuit een kritische geest, en als het kon met veel humor.»


HUMO Ook in andere landen had men programmagidsen. Waarom is onze gouden formule elders niet gekopieerd?

MORTIER «Meestal koos men ervoor alleen de tv-programma’s af te drukken en zich verder van commentaar of kritiek te onthouden, vermoedelijk omdat men, dromend van de grootst mogelijke oplages, vooral niemand voor het hoofd wilde stoten. Daar hadden wij bij Humo minder last van (lacht). Zo werkt het ook niet. Wij hebben het blad nooit zo breed gemaakt dat het karakterloos werd. Humo is altijd duidelijk geweest: wij boden kwaliteit voor een groot publiek en wij beschouwden onze lezers als intelligente mensen. Dat was uitzonderlijk, ook de omroepbladen in Nederland waren vreselijk tam en vlak — met uitzondering van de VPRO Gids, die gemaakt werd door gelijkgezinden. Nu, het is altijd moeilijk geweest om elders uit te leggen wat Humo nu eigenlijk was. Vaak hielden we het maar op ‘een mengeling van Time Out en Rolling Stone, maar dan anders’.»


HUMO Waar ben je alles bij elkaar het meest trots op?

MORTIER «Dat het geworden is wat het was. Dat het zo goed gewerkt heeft. En dat het nog altijd bestaat.

»We hebben heel lang ongelooflijk veel mensen kunnen bereiken met iets wat echt goed was. Een paar jaar lang verkochten we gemiddeld 240.000 exemplaren per week, wat alleen maar kan met pieken van 270.000 en zelfs 300.000. Dat is echt veel: omdat elke Humo gemiddeld door vier mensen gelezen werd, bereikten wij een kwart van alle Vlamingen die konden lezen. Dat is natuurlijk enorm.»

‘Humo heeft de rest uitgedaagd en scherper gemaakt. We hebben hele generaties jonge journalisten beïnvloed’

HUMO Die macht van het getal impliceert ook een maatschappelijke impact. Was de emancipatie van Vlaanderen een doel?

MORTIER «Zeker niet als uitgangspunt, stel je voor. Maar onvermijdelijk beïnvloed je je lezers, al is het door de manier waarop je formuleert, en leer je ze, zo hoopten wij toch, kritisch en onafhankelijk naar de dingen te kijken. Ook naar ons trouwens. Dat was een mindset die iedereen bij Humo deelde. Er hebben natuurlijk ook apen bij ons gewerkt — de namenlijst is op verzoek verkrijgbaar — maar we vormden toch altijd een hecht blok: iedereen deelde eenzelfde gevoel voor rechtvaardigheid en een soortgelijke kritische zin, iedereen ging in dezelfde richting. Dat was een grote kracht.»

Humo bestaat sinds 1936 en heeft een wekelijkse oplage van 90.000 exemplaren. 

HUMO Dat kon natuurlijk omdat de hoofdredacteur de lijn uitzette en…

MORTIER «… onophoudelijk de zweep over de bebloede ruggen liet knallen? Tja, iemand moet het doen (lacht). Maar het is wel degelijk cruciaal dat je een blad maakt waarmee je als één man vooruit kunt. Dat straal je immers ook uit. En uitstraling is zo belangrijk. Daar werkte ik dan ook hard aan, via de cover en allerlei acties en geestige stickers en allianties met festivals als Torhout/Werchter, inmiddels Rock Werchter. Via Humo’s Rock Rally ook. En zodra het kon ook via tv- en radiospots. Allemaal om de mensen waar het maar kon te laten kennismaken met de essentie en de kwaliteit van Humo.

»Dat is volgens mij ook de grootste uitdaging vandaag: de mensen erop wijzen hoe goed het blad is. Dat is er niet makkelijker op geworden, omdat de hele wereld nu onze concurrent is, en omdat met de digitalisering het beeld zo dominant geworden is. Maar promotie blijft meer dan ooit cruciaal.»

De affiche van Ever Meulen voor ‘De man van taal’, de huldeavond in de Bourla in Antwerpen naar aan-leiding van de 80ste verjaardag van Guy Mortier.

‘De enige regel was dat wat we brachten, altijd heel goed en meeslepend geschreven moest zijn, vanuit een kritische geest, en als het kon met veel humor.’ (Foto: Bart Vanegeren en Guy Mortier)

HUMO Wat moeten we bij Humo nog meer doen om je levenswerk vitaal te houden?

MORTIER «Humo moet onafhankelijk kunnen zijn, een eiland waarop de redactie de vrijheid én de middelen moet hebben om te doen wat nodig is om het blad uniek te houden. Dat impliceert ook: níet meegaan met de neiging van al die directies om het bedrijf zo te organiseren dat iedereen alles op dezelfde manier moet doen. Blijkbaar een heel verleidelijk idee, je ziet het telkens weer de kop opsteken. Maar het moet vermeden worden of het is gedaan met Humo, vrees ik.

»Er is natuurlijk die terugval in verkoop, maar die hangt samen met de verminderde impact van tv — indertijd waren er twee kanalen, iedereen keek op hetzelfde moment naar hetzelfde programma — en met de inhaalbeweging van de concurrentie: toen ik voor Humo begon, leken de andere bladen en kranten nergens naar, maar dat is veranderd. Humo heeft de rest wellicht uitgedaagd en scherper gemaakt; in elk geval hebben we hele generaties jonge journalisten beïnvloed.

»De bladen waarmee we weleens vergeleken werden — Time Out, Rolling Stone, Les Inrockuptibles — bestaan niet meer of hebben héél veel van hun pluimen verloren. Als je daar Humo naast legt, maken wij veruit de meeste kans op een lang leven. Maar dan is die onafhankelijkheid cruciaal. En veel jong volk! Gelukkig zie ik geregeld goeie nieuwe namen in Humo opduiken. En verder: hard werken! En volhouden (lacht)! En jij moet veel beter betaald worden, natuurlijk. Zet hier maar: (lacht helemaal niet). (Lacht wel degelijk

HUMO Tot slot: als je behalve energiek ook nog jong en ondernemend was, wat zou je vandaag dan beginnen?

MORTIER «Hetzelfde. Maar dat zou natuurlijk niet meer kunnen. In elk geval zou ik zeker een muziekinstrument leren bespelen. Piano! Gitaar! En hou je dan maar vast aan de takken van de bomen.»  

HUMO

Humo: onvermogen om saai te zijn

‘Ik ben van Humo, dus, van wat toen kon. / Dromen, protest en humor, die hetzelfde waren: / onvermogen om saai te zijn.’ Zo dichtte Herman de Coninck, Humo-redacteur van 1970 tot 1983. Hij beademde mee de wonderjaren van het blad dat Vlaanderen zou veranderen. Guy Mortier, een lefgozer die zich als achttienjarige naar het eerste rock-’n-rollprogramma op de Vlaamse radio had gebluft, verzamelde in die jaren gelijkgestemd journalistiek talent rond zich en maakte van Humo een van de allersterkste mediamerken van ons taalgebied.

Lees meer

HUMO

Humo: onvermogen om saai te zijn

‘Ik ben van Humo, dus, van wat toen kon. / Dromen, protest en humor, die hetzelfde waren: / onvermogen om saai te zijn.’ Zo dichtte Herman de Coninck, Humo-redacteur van 1970 tot 1983. Hij beademde mee de wonderjaren van het blad dat Vlaanderen zou veranderen. Guy Mortier, een lefgozer die zich als achttienjarige naar het eerste rock-’n-rollprogramma op de Vlaamse radio had gebluft, verzamelde in die jaren gelijkgestemd journalistiek talent rond zich en maakte van Humo een van de allersterkste mediamerken van ons taalgebied.

Pionieren, hard werken en plezier maken gingen bij Humo aldoor samen: Mortier en de zijnen legden de lat vernieuwend hoog voor popjournalistiek, televisiekritiek, participatieve reportages, columns, scherpe interviews en onderzoeksjournalistiek —allemaal zwierig geschreven, met veel humor, oneerbiedigheid en een kritische geest.

Toen Mortier na ruim dertig jaar het hoofdredacteurschap overdroeg aan Jörgen Oosterwaal, bleef nog een decennium lang de Humo-geest en -kwaliteit bewaard. Na een ellendig intermezzo dat we maar gauw vergeten kwam Humo bij DPG Media terecht, dat Oosterwaal terughaalde om Humo herop te bouwen.

Intussen zijn we zeven jaar verder en schrijft Humo met de bekende zwierigheid en met succes aan een digitaal verhaal: in 2022 verdubbelde de online groei en klom het totale merkbereik met ruim 20 procent, in 2023 wordt Humo voor steeds meer lezers en abonnees een vaste dagelijkse bestemming als gids bij het kijken en luisteren, als ankerplaats voor pakkende journalistiek en als dealer van heerlijke onzin. De kaarten liggen goed. Kort voor zijn dood maakte superstrateeg Jan Callebaut, zo competent dat hij de hele wereld kon laten geloven dat Heineken heerlijk helder is, zijn zoveelste rake analyse: het levensgevoel van Humo sluit aan bij dat van een puber op zoek naar de beste muziek en series én naar manieren om de wereld beter te maken, met een hekel aan autoriteit en een voorliefde voor scherpe humor en (zelf)relativering. De digitaal ademende jongste generatie mediagebruikers en Humo: natuurlijke partners voor dromen, protest, humor en onvermogen om saai te zijn.


BART VANEGEREN